De interviewer geïnterviewd

‘Lokah Samastah Sukhino Bhavantu. Wat betekent dat zinnetje voor jou?’
‘Uhm, de hoofdpersoon Kim zegt dat wanneer…’
‘Maar voor jou?’
‘Nou ik vind het een lief zinnetje met een lieve betekenis en in de yogaklas eindigen we altijd zo, maar…
Doing, doing, doing. Plots besluiten de buren van de geïmproviseerde studio een verbouwing te beginnen en horen we niets dan getimmer.
‘Oké we stoppen…’
Poeh, even respijt.

Proefdraaien

Iedere studiedag interview ik twee auteurs over hun boeken, over hun schrijfproces en over alles wat met publiceren te maken heeft. Het liefst ga ik op zoek naar hun persoonlijke verhaal en dat komt ook altijd in meer of mindere mate naar voren. Nu mijn roman We zijn verdwaald bijna verschijnt, moet ik er zelf aan geloven. Het eerste interview heeft mijn uitgever Wanda Gloude geregeld. Het wordt door drie camera’s opgenomen en het is de bedoeling dat er ‘snippets’ van worden gebruikt op social media. Een thuiswedstrijd dus. Van tevoren was ik eigenlijk niet zenuwachtig, maar bij de eerste vraag over yoga breekt het zweet me uit. Wat is dat ingewikkeld om over jezelf te vertellen.

Feit en fictie

De ingewikkeldheid zit er vooral in dat mijn boek deels is gebaseerd op ervaringen uit mijn jeugd, met name op situaties die ik met mijn vader heb beleefd. En mijn vader leeft nog. Het boek schrijven was daarom al ingewikkeld, maar om nu ook met drie camera’s te praten over het leven van iemand die daar niet om heeft gevraagd is nog lastiger. Bovendien is minstens een even groot deel verzonnen. Leg maar eens uit waar de scheidslijn ligt. En wil ik dat wel uitleggen, want dat kan ook de magie van de roman onderuit halen. Bij iedere vraag verwijs ik naar het boek en ik hoor mezelf behoorlijk wollig praten met veel mitsen en maren, en enerzijds anderzijds. Met terugwerkende kracht bewonder ik de auteurs die ik zelf heb geïnterviewd en die een goeie balans wisten te bewaren tussen openhartigheid en mystificatie.

De Telegraaf

Twee dagen later staat er een journaliste van VROUW Magazine van de Telegraaf op de stoep. Dit interview is voor het ‘echie’ en ik dank god op mijn blote knieën dat ik heb kunnen oefenen. Toen ik terugfietste naar het station waren me natuurlijk de beste antwoorden te binnen geschoten. Ook heb ik besloten niet steeds naar het boek te verwijzen, want dan wordt het krampachtig en saai. Als de journaliste binnenkomt, is het eerste wat ze zegt: ‘Zo jij bent dus Kim.’

‘Ja, nou nee,’ mompel ik geschrokken. Vervolgens vertelt ze dat ze ook enig kind is, dat haar ouders uit elkaar zijn gegaan toen ze heel jong was en dat haar vader hippie is geworden. Even vraag ik me af of dit een slimme interviewtechniek is, maar wat het ook is, het werkt. Ik vertel haar het verhaal achter het boek zonder de rem er op. Als ze na anderhalf uur is opgestapt, slaat de twijfel onmiddellijk toe. Waarom heeft ze zo weinig over de reis gevraagd en zo veel over de scheiding? Heb ik niet teveel prijsgegeven?

Fotoshoot

De volgende dag komen een fotografe en visagiste langs voor een fotoshoot. Terwijl de fotografe naar bruikbare plekken in mijn huis zoekt en de visagiste me bepoedert en beschildert, ontstaat er een leuk gesprek over reizen, ouders, kinderen en goeroes. Had ik dit gisteren maar gezegd, denk ik steeds. Waarom laat ik me zo intimideren door het idee ‘interview’ en kan ik met een journaliste niet zo ontspannen praten als met deze twee dames? Het doet me denken aan mijn rijexamen waar ik vijf keer voor zakte. Tijdens de lessen reed ik rustig zonder noemenswaardige fouten het uur vol, maar zodra de examinator naast me schoof vergat ik mijn spiegels, reed ik niet stuurvast en verdwaalde ik op de trambaan.

Na twee weken vind ik het uitgeschreven interview in mijn mailbox. Ik klik het bestand open en met ingehouden adem lees ik mijn woorden terug. Na drie pagina’s adem ik opgelucht uit. Ja, het is heel persoonlijk, maar het is een mooi interview geworden en er staat niets in waar ik niet achter sta. ‘Ik krijg zin om dit boek te lezen,’ zegt mijn man als hij het uit heeft. Missie geslaagd, maar ik geloof toch dat ik liever zelf de vragen stel.